| Functienaam |
Specificaties |
| Behuizingsclassificaties *1 |
Open type (IP20) |
| Controlemethode |
Fase-naar-fase sinusoïdale modulatie PWM |
| Uitgangsfrequentiebereik *2 |
0,10 tot 400 Hz (of 580 Hz in de hoogfrequente modus; er zijn beperkingen van toepassing) |
| Frequentieprecisie *3 |
Digitaal commando: ±0,01% van de max. frequentie, analoog commando: ±0,2% van de max. frequentie (25±10°C) |
| Resolutie frequentie-instelling |
Digitale instelling: 0,01 Hz, Analoge instelling: Een duizendste van de maximale frequentie |
| Spannings-/frequentiekarakteristieken |
V/f-karakteristieken (constant/gereduceerd koppel)Sensorloze vectorregeling, V/f-regeling met snelheidsfeedback |
| Overbelastingsstroom |
Zwaar draagvermogen (CT): 150%/60 s Licht draagvermogen (VT): 120%/60 s |
| Onmiddellijke overstroombeveiliging |
200% van de waarde van de zware belasting (CT) |
| Acceleratie/deceleratietijd |
0,01 tot 3600 s (lineair/curveselectie), versnelling/vertraging 2 instelling beschikbaar |
| Instelbereik draaggolffrequentie |
2 tot 15 kHz (met derating) |
| Startkoppel |
200%/0,5 Hz (sensorloze vectorregeling) |
| Extern DC-injectieremmen |
Start op een lagere frequentie dan die bij het vertragen via het STOP-commando, op een lagere waarde dan tijdens bedrijf, of via een externe ingang. (Niveau en tijd instelbaar). |
| Beschermende functies |
Overstroom, overspanning, onderspanning, elektronische thermische fout, temperatuurfout, overstroom door aardfout bij inschakeling, circuit ter voorkoming van piekstroom, overbelastingslimiet, inkomende overspanning, externe uitschakeling, geheugenfout, CPU-fout, USP-fout, communicatiefout, overspanningsonderdrukking tijdens vertraging, bescherming bij kortstondige stroomuitval, nooduitschakeling, enz. |
| Frequentie-instellingen |
Digitale operatorExtern analoog ingangssignaal: 0 tot 10 VDC/4 tot 20 mA, Modbus-communicatie (Modbus-RTU) |
| RUN/STOP-commando |
Digitale operatorExtern digitaal ingangssignaal (3-draads ingang ondersteund), Modbus-communicatie (Modbus-RTU) |
| Multifunctionele ingang *4 |
7 punten (functies kunnen worden geselecteerd uit 68) |
| Analoge ingang *5 |
2 punten (spanning FV-klem: 10 bits/0 tot 10 V, stroom FI-klem: 10 bits/4 tot 20 mA) |
| Pulsingang |
1 punt (RP-terminal: 32 kHz max., 5 tot 24 VDC) |
| Multifunctionele uitgang *4 |
2 punten (P1 en P2, functies kunnen worden geselecteerd uit 47) |
| Relaisuitgang *4 |
1 punt (SPDT-contact (MC, MA, MB), functies kunnen worden geselecteerd uit 47) |
| Analoge uitgang (frequentiemonitor) *6 |
1 punt (AM-terminal: spanning 10 bits/0 tot 10 V) (frequentie, stroom selecteerbaar) |
| Pulsuitgang |
1 punt (MP-aansluiting: 32 kHz max., 0 tot 10 V) |
| RS-422 |
RJ45-connector (voor digitale operator) |
| RS-485 |
Klemmenblok stuurcircuit, Modbus-communicatie (Modbus-RTU) |
| USB |
USB1.1, mini-B-connector |
| Andere functies |
AVR-functie, schakelen tussen V/f-karakteristieken, boven-/ondergrens, 16-staps snelheden, aanpassing startfrequentie, joggingmodus, aanpassing draaggolffrequentie, PID-regeling, frequentiesprong, aanpassing analoge versterking/bias, S-vormige versnelling/vertraging, elektronische thermische kenmerken, niveau-aanpassing, herstartfunctie, koppelboostfunctie, foutmonitor, soft lock-functie, display frequentieomzetting, USP-functie, motor 2-besturingsfunctie, UP/DWN, overstroomcontrolefunctie, enz. |
| Omgevingstemperatuur tijdens bedrijf *7 |
-10 tot 50°C (Derating is echter vereist). |
| Omgevingstemperatuur bij opslag |
-20°C tot 65°C |
| Omgevingsvochtigheid tijdens bedrijf |
20% tot 90% RH (zonder condensatie) |
| Trillingsbestendigheid |
5,9 m/s2 (0,6G), 10 tot 55 Hz |
| Applicatieomgeving |
Op een maximale hoogte van 1.000 m; binnenshuis (zonder corrosieve gassen of stof) |
| EtherCAT-communicatie-eenheid |
3G3AX-MX2-ECT |
| CompoNet-communicatie-eenheid |
3G3AX-MX2-CRT-E |
| DeviceNet-communicatie-eenheid |
3G3AX-MX2-DRT-E |
